Afgewezen inschrijvers hoeven daarmee geen genoegen te nemen

Inschrijvers die ten onrechte zijn afgewezen, hoeven daarmee geen genoegen te nemen. Zij kunnen een kort geding starten tegen de gunningsbeslissing.
Ten onrechte afgewezen inschrijvers | Wille Donker Advocaten | Bodegraven

Deel dit artikel

Veel inschrijvers laten het er dan bij zitten. Zij denken dat verder procederen geen zin heeft, de opdracht krijgen ze er niet meer mee. En vaak wordt gedacht dat een schadevergoedingsprocedure geen zin heeft. Bijvoorbeeld omdat het lang duurt en veel geld kost. Maar ook omdat het lastig is om te bewijzen dat je de opdracht uiteindelijk zou hebben gekregen.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie komt inschrijvers te hulp. Volgens het Hof van Justitie hoeft de inschrijver niet aan te tonen dat hij de opdracht zou hebben gekregen. De schadevergoeding kan ook gebaseerd zijn op het verlies van de kans dat de inschrijver de opdracht zou hebben gekregen. Er zijn meerdere mogelijkheden om deze kansschade te berekenen. Een voor de hand liggende mogelijkheid is om de begrote winst bij het verkrijgen van de opdracht te vermenigvuldigen met de kans dat de opdracht aan de inschrijver zou zijn gegund als de inschrijving niet ten onrechte was afgewezen.

Van belang is wel dat deze uitspraak gaat over een Europese aanbesteding. Het ligt echter in de rede de rechtspraak van het HvJ-EU ook op nationale aanbestedingen toe te passen. Het leerstuk van de kansschade bestaat in Nederland buiten het aanbestedingsrecht al langer. De Hoge Raad paste de kansschade voor het eerst toe in 1997 (HR 24 oktober 1997, ECLI:NL:HR:1997:AM1905 (Baijings/mr. H.).

Bron: CURIA – Documents (europa.eu)