Sinds begin dit jaar is de Huisvestingswet 2014 gewijzigd. De wijziging biedt gemeenten meer mogelijkheden om schaarse woningen evenwichtig en rechtvaardig te verdelen. De wetswijziging biedt in het speciaal kansen voor bewoners van gemeenten met lokale binding en vitale beroepsgroepen.
Voorrang bij huurwoningen
Vóór de wetswijzing van de Huisvestingswet 2014 was het al mogelijk om voorrang aan woningzoekenden te verlenen via het stelsel van de huisvestingsvergunning. Voorheen kon 50% van de voorraad huurwoningen worden toegewezen op basis van economische en maatschappelijke binding. Binnen die 50% mocht maximaal de helft van de huurwoningen worden toegewezen aan mensen met een lokale binding. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat gemeenten de gehele 50% naar eigen inzicht mogen verdelen op basis van economische, maatschappelijke of lokale binding.
Voorrang bij nieuwbouwkoopwoningen
Nieuw is dat gemeenten nu ook een huisvestingsvergunning kunnen vragen voor het bewonen van nieuwe koopwoningen. Deze mogelijkheid geldt tot de grens van de Nationale Hypotheekgarantie (per 1 januari 2024 € 432.000,00). Om in aanmerking te komen voor een huisvestingsvergunning moet de potentiële koper dan aantonen dat hij behoefte heeft aan een betaalbare koopwoning. Gemeenten mogen aan de doelgroep nadere voorwaarden verbinden.
Uitbreiding bevoegdheid tot het aanmerken van cruciale beroepsgroepen
Verder wordt de bevoegdheid geïntroduceerd om bepaalde beroepsgroepen aan te merken als ‘cruciaal’. Hierbij moet worden gedacht aan beroepen met een vitaal belang voor de regionale of lokale samenleving, zoals zorg- of onderwijsfuncties. Het was reeds mogelijk om bepaalde beroepsgroepen die economisch of maatschappelijk gebonden zijn voorrang te verlenen, maar daarbij kon geen onderscheid worden gemaakt tussen gewone beroepsgroepen en beroepsgroepen met een vitaal belang. Met de wetswijziging krijgen beroepsgroepen die economisch of maatschappelijk gebonden zijn aan de gemeente voorrang bij het vinden van een beschikbare woning.
Woonruimtevoorraadbeheer
In de bestaande Huisvestingswet 2014 konden gemeenten in de huisvestingsverordening regels opnemen inzake bijvoorbeeld woningsplitsing. Dergelijke regels konden alleen worden opgenomen, indien sprake was van woningschaarste. De wetswijziging introduceert de mogelijkheid om dergelijke regels ook te stellen als sprake is van leefbaarheidsproblemen.
Leefbaarheid speelt ook een belangrijke rol onder de Omgevingswet, die eveneens per 1 januari 2024 in werking is getreden. Voor gemeenten betekent dit dat zij regels over woonruimtevoorraadbeheer, voor zover zij zien op leefbaarheidsoverwegingen, ook kunnen vastleggen in het omgevingsplan. Of gemeenten hier ook daadwerkelijk gebruik van gaan maken, zal de tijd uit moeten wijzen.