Door de VAR Vereniging voor bestuursrecht is ruim vier jaar geleden een commissie ingesteld die de opdracht kreeg om de (te verwachten) invloed te beschrijven van de op het niveau van de Europese Unie tot ontwikkeling komende algemeen bestuursrechtelijke regels en beginselen op de theorie en de praktijk van het Nederlandse algemeen bestuursrecht. Deze Commissie Europeanisering algemeen bestuursrecht stond onder leiding van prof. mr. R.J.G.M. (Rob) Widdershoven, hoogleraar Europees bestuursrecht en bestuursrechtelijk advocaat-generaal. Door de commissie is onlangs het rapport Europa en het algemeen bestuursrecht. Burger en bestuur in de gemeenschappelijke rechtsorde uitgebracht.
De redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB) heeft onder meer Ernst Plambeck gevraagd om op dit rapport te reflecteren. Het rapport kiest als vertrekpunt twee voorstellen voor een Europese Algemene wet bestuursrecht (Europese Awb) en de rechtsbeginselen die in deze voorstellen worden vastgelegd en verder uitgewerkt. Ernst bespreekt in zijn bijdrage het rapport en stelt de vraag of niet meer aandacht had moeten worden besteed aan het Unierechtelijke beginsel van effectieve rechtsbescherming. In zijn bijdrage geeft hij aan dat dit beginsel ook is terug te vinden in de twee voorstellen voor een Europese Awb. Omdat de commissie in haar rapport vanuit de rechtsbeginselen aanpassingen voorstelt in het kader van bijvoorbeeld de voorbereiding van besluitvorming, had de commissie volgens hem ook moeten kijken naar de gevolgen van de voorgestelde aanpassingen voor de hoofdstukken 6 tot en met 8 van de Algemene wet bestuursrecht.
In zijn bijdrage illustreert Ernst dat aan de hand van de Varkens in Nood-uitspraak van het Europese Hof van Justitie, besproken in deze blog, en de doorwerking daarvan in uitspraken van de hoogste algemene bestuursrechter, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie deze blog). Hij geeft aan dat de Nederlandse rechter oog lijkt te hebben voor het beginsel van effectieve rechtsbescherming. Naar zijn mening verdient het de voorkeur om de voorgestelde wijzigingen in de voorbereiding van besluitvorming wat betreft rechtsbescherming ook in de Algemene wet bestuursrecht onder te brengen. Hij geeft aan dat het niet wenselijk is om deze rechtsbescherming over te laten aan de burgerlijke rechter.
Zie hier de volledige bijdrage in de NTB.