Wanneer u bent getrouwd in algehele gemeenschap van goederen (voor 1 januari 2018) en u gaat scheiden dan worden alle bezittingen – uitzonderingen daargelaten – bij helfte verdeeld. Regelmatig krijgen wij de vraag of ook de banksaldi van de bankrekeningen van de kinderen of de bankrekeningen ten behoeve van de studiekosten van de kinderen moeten worden verdeeld. Het antwoord is nee.
In een uitspraak (ECLI:NL:HR:2007:AZ6525) van 9 februari 2007 heeft de Hoge Raad bepaald dat de tenaamstelling van een bankrekening niet beslissend is voor de vraag aan wie het saldo op die rekening toebehoort. Gekeken dient te worden naar de bedoeling van partijen en alle feiten en omstandigheden.
Het Gerechtshof Den Bosch heeft in een arrest (ECLI:NL:GHSHE:2020:3080) van 6 oktober 2020 het criterium van de Hoge Raad verder ingevuld.
Casus
In deze zaak waren partijen in 2006 getrouwd in algehele gemeenschap van goederen. In 2012 werd hun zoon geboren waarvoor in 2015 gezamenlijk een spaarrekening is geopend. Na de echtscheiding (2016) boekt de moeder in 2019 het saldo van de spaarrekening van de zoon over naar haar eigen bankrekening. Daarover ontstaat een juridische strijd tussen ouders.
Het hof overweegt daarbij in de procedure in hoger beroep dat niet alleen uit de tenaamstelling van de bankrekening maar ook uit de bedoeling van partijen volgt dat zij samen zouden sparen voor hun zoon. Het was dus uitdrukkelijk niet de bedoeling van partijen om het saldo van de spaarrekening voor eigen doeleinden te gebruiken. Het hof oordeelt dat het inmiddels door de moeder opgenomen saldo van de spaarrekening toebehoort tot het eigen vermogen van de zoon en niet tot de te verdelen ontbonden huwelijksgemeenschap.
Het hof verwijst daarbij naar artikel 1:253l BW waarin is bepaald dat elke ouder die het gezag over zijn kinderen uitoefent slechts het vruchtgenot over het vermogen van zijn kind heeft. Het hof verwijst ook naar artikel 1:253j BW waarin de verplichting van ouders is opgenomen tot het bewind over het vermogen van hun kinderen en dit als goede bewindvoerders moeten uitvoeren.
Conclusie
Uit deze uitspraak volgt dus dat bankrekeningen (mede) op naam van de kinderen en/of rekeningen met een spaardoel voor de kinderen, niet in de gemeenschap van goederen vallen. Deze blijven derhalve buiten de verdeling bij een echtscheiding. Het geld van de kinderen blijft van de kinderen en dit geld mag niet door (één van) de ouders voor eigen doeleinden worden besteed.
Wanneer u de uitspraak leest valt u wellicht op dat het hof de vordering van de vader afwijst, ondanks dat het hof het standpunt van de vader onderschrijft. Dat komt doordat de vader de vordering niet namens de zoon, maar namens zichzelf had ingesteld. Dat is juridisch niet juist. Dit doet echter niets af aan het onrechtmatig handelen van de moeder en de rechtsregel die uit deze uitspraak kan worden afgeleid.
Is deze situatie op u van toepassing of heeft u naar aanleiding van dit artikel andere vragen, dan adviseren de advocaten van de praktijkgroep Personen- en familierecht u graag en denken mee in mogelijke oplossingen.