Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie

Op 28 juni jl. is het voorontwerp ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’ in consultatie gebracht. Dit wetsontwerp beoogt een (tijdelijke) wijziging van de regeling omtrent de turboliquidatie. De...

Deel dit artikel

Op 28 juni jl. is het voorontwerp ‘Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie’ in consultatie gebracht. Dit wetsontwerp beoogt een (tijdelijke) wijziging van de regeling omtrent de turboliquidatie. De wijzigingen betreffen de introductie van een financiële verantwoordingsverplichting voor bestuurders en de mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen in geval van misbruik. De einddatum voor de consultatie is 27 juli 2021.

Turboliquidatie

Een rechtspersoon wordt ontbonden door een besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders. Daarna zal vereffening van de vennootschap volgen. Als er geen baten zijn te verwachten ten tijde van de ontbinding, dan volgt er geen vereffening en houdt de rechtspersoon meteen op te bestaan. Dit wordt ook wel de ‘turboliquidatie’ genoemd. Omdat een financiële verantwoordingsverplichting voor het bestuur ontbreekt, wordt – zeker door onbetaald gebleven crediteuren – over het algemeen nogal kritisch naar een turboliquidatie gekeken. Mede vanwege het risico van misbruik kondigde minister Dekker reeds bij brief van 7 oktober 2019 maatregelen aan om de regeling omtrent de turboliquidatie verder te formaliseren (Kamerstukken II 2019/20, 29 911, nr. 253). Tot een concreet wetsvoorstel had dit echter vooralsnog niet geleid.

Voorontwerp

De corona-crisis is thans concrete aanleiding om toch maatregelen te treffen. De verwachting is namelijk dat veel ondernemers die getroffen zijn door de uitbraak van het COVID-19 virus, op korte termijn hun bedrijf willen beëindigen door middel van een turboliquidatie. De overheid wil dit faciliteren, maar onderkent dat deze toename eveneens een verhoogd risico op misbruik daarvan met zich meebrengt. In het voorstel staan daarom maatregelen om de rechtsbescherming van schuldeisers bij turboliquidatie te verbeteren en misbruik tegen te gaan.

Financiële verantwoording

Het wetsvoorstel voorziet in een verplichting van het bestuur om financiële verantwoording af te leggen over de ontbinding van de rechtspersoon en de eventuele voorafgaande feitelijke vereffening middels het opstellen en deponeren van:

  • een (slot)balans en een staat van baten en lasten over het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden;
  • een schriftelijke toelichting waaruit de oorzaak blijkt van het ontbreken van baten en het bestaan van eventuele schulden; een
  • een slotuitdelingslijst voor zover met de resterende baten schulden zijn voldaan; en
  • nog niet gepubliceerde jaarrekeningen over alle eerdere boekjaren.

Uit de slotuitdelingslijst zal moeten blijken dat de schulden volgens de wettelijke rangorde zijn voldaan. Het bevat de totale bevoorrechte vorderingen, door pand, hypotheek of retentierecht gedekte vorderingen en concurrente vorderingen en de bedragen die aan deze categorieën zijn voldaan. Nadat deze deponeringen zijn gedaan, dient het bestuur eventuele schuldeisers hiervan onverwijld op de hoogte te brengen.

Bestuursverbod

In het geval er na ontbinding onbetaalde schuldeisers zijn achtergebleven, maakt dit wetsvoorstel het daarnaast mogelijk om bestuurders langs civielrechtelijke weg een bestuursverbod op te leggen, als zij:

  • niet aan de voorgestelde deponeringsverplichting hebben voldaan;
  • in aanloop naar de ontbinding doelbewust één of meer schuldeisers aanmerkelijk hebben benadeeld; of
  • herhaaldelijk betrokken zijn geweest bij een ontbinding zonder baten met achterlating van schulden, tenzij hen daarvan geen persoonlijk verwijt treft.

Het bestuursverbod kan voor maximaal vijf jaar worden opgelegd en vormt een beletsel voor de uitoefening van een functie als bestuurder of commissaris bij andere rechtspersonen.

Tijdelijke regeling

De voorgestelde maatregelen zijn onderdeel van het steun- en herstelpakket in het kader van de COVID-19 uitbraak. Het daaraan gekoppelde bijzondere budget is naar zijn aard tijdelijk en beschikbaar voor twee jaar. Om die reden zijn de voorgestelde maatregelen vooralsnog ook van tijdelijke aard en gelden zij in principe voor twee jaar. Het wetsvoorstel bevat echter de mogelijkheid om de toepasselijkheid van de maatregelen bij koninklijk besluit te verlengen. Daarmee zou tegemoet kunnen worden gekomen aan de wens van een structurele formalisering van de turboliquidatie.

Deze bijdrage is geschreven door mr. Jeroen van der Pouw Kraan, verbonden aan de praktijkgroepen Ondernemingsrecht en Insolventierecht.