Update: corona en alimentatieverplichting II

Op 21 april 2021 heeft de Rechtbank Limburg beslist dat de alimentatieverplichting van de vader op nihil moet worden gesteld als gevolg van de COVID-19...

Deel dit artikel

Op 21 april 2021 heeft de Rechtbank Limburg beslist dat de alimentatieverplichting van de vader op nihil moet worden gesteld als gevolg van de COVID-19 crisis.

Wat speelde er in deze zaak? De vader is als ZZP’er/technicus werkzaam in de evenementenbranche, welke branche volledig stilligt sinds het uitbreken van de coronacrisis. Die situatie duurt inmiddels al een jaar en het lijkt er vooralsnog niet op dat de werkzaamheden in de evenementenbranche op korte termijn weer worden hervat. Het feit dat de vader al een jaar geen omzet heeft kunnen genereren, levert een wijziging van omstandigheden op waardoor de alimentatie kan worden aangepast. De jongmeerderjarige zoon heeft aangegeven dat hij vindt dat zijn vader als zelfstandig ondernemer rekening had moeten houden met de gevolgen van de coronacrisis. De zoon is van mening dat de vader tijdelijk ander werk had kunnen gaan doen om inkomen te verwerven voor het voldoen van de alimentatie.

De rechtbank stelt voorop dat het inkomen van de vader zo drastisch is gedaald dat sprake is van een wijziging van omstandigheden, die een herberekening van de alimentatie rechtvaardigen. De rechtbank volgt daarbij de standpunten van de zoon niet. De rechtbank vindt namelijk dat de vader er niet op bedacht had hoeven zijn dat hij op korte termijn ander werk had moeten verrichten – al dan niet tijdelijk – omdat de maatregelen in verband met de COVID-19 crisis telkens tijdelijk door de regering zijn verlengd. Wat daarbij ook van belang is, is dat de vader 63 jaar oud is en weinig scholing en werkervaring op andere vlakken heeft, zodat de rechtbank vindt dat de zoon niet kan verwachten dat de vader tijdelijk een andere baan had kunnen vinden. Ten slotte was het voor de rechtbank nog van belang dat de zoon in de zomer van 2021 meerderjarig zal worden, waardoor de wettelijke onderhoudsverplichting van de vader op dat moment zal komen te vervallen. Om voor deze korte periode nog rekening te houden met het feit dat de vader ander werk zou kunnen vinden, waarvoor hij zich mogelijk ook nog moet omscholen, vindt de rechtbank niet redelijk. Op grond van voornoemde redenen heeft de rechtbank het verzoek van de vader om zijn alimentatieverplichting op nihil te stellen, toegewezen.

Kortom, ook nu zien we weer dat de gevolgen van de COVID-19 crisis zo ingrijpend kunnen zijn dat er geen alimentatie meer kan worden betaald omdat het inkomen drastisch is gedaald. Een beoordeling van alle omstandigheden van het geval is daarbij essentieel.

Voor advies en/of bij vragen kunt u contact opnemen met de medewerkers van de praktijkgroep personen- en familierecht.

Geschreven door:
No data was found