Met de Varkens in Nood-uitspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJ-EU 14 januari 2021, ECLI:EU:C:2021:7) is de deur opengezet voor ruimere deelnamemogelijkheden aan procedures waarbij het milieu en de omgeving in het geding zijn. Deze nieuwe lijn leidt in snel tempo tot nieuwe uitspraken die de toegang tot de rechter verder uitbreiden. Zo zijn degenen die in het kader van de uitgebreide voorbereidingsprocedure geen zienswijze hebben ingediend, toch ontvankelijk in beroep bij de rechter (ABRvS 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786). Wie wel een zienswijze heeft ingediend, mag beroep instellen bij de rechter, zelfs als hij geen belanghebbende is, en mag in de beroepsfase bovendien meer en andere onderdelen van het besluit aanvechten dan hij in de zienswijze had gedaan (ABRvS 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953). Specifiek voor natuurvergunningen geldt dat inspraak voortaan verplicht is (ABRvS 14 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1507).
Deze nieuwe lijn past goed bij de participatiegedachte van de Omgevingswet. Doordat de poort meer dan voorheen openstaat voor eenieder die zich bij een ontwikkeling betrokken voelt, is het belangrijk om vroegtijdig te inventariseren wie je bij de planvorming moet betrekken om naderhand niet voor verrassingen te staan. De Omgevingswet vraagt, zo wordt steeds gezegd, om anders denken en om een cultuurverandering. Het zou mooi zijn als overheden in bestuursrechtelijke procedures ook echt in de lijn van de Omgevingswet denken en niet meer in de ‘oude’ reflex schieten om het in procedures eerst en vooral over ontvankelijkheidskwesties te hebben. Dat leidt tot procederen over het procederen, zoals hoogleraar L.J.A. Damen het pleegt te noemen. De Varkens in Nood-uitspraak blijkt een belangrijke mijlpaal om daaraan een begin van een eind te maken.
Dit artikel is geschreven door mr. Rudolf van Binsbergen, verbonden aan de praktijkgroepen Overheid en Vastgoed.
.