Facturen moeten binnen 30 dagen worden betaald. Dat is het wettelijke uitgangspunt. Wel staat het bedrijven vrij om onderling langere betaaltermijnen overeen te komen. Voornamelijk voor mkb-bedrijven kan dat problematisch zijn. Vertragingen in betaling van facturen kunnen namelijk leiden tot liquiditeitsproblemen.
Per 1 juli 2017 is de betaaltermijn gemaximeerd die grote ondernemingen in hun handelsrelatie met mkb-ondernemingen mogen overeenkomen. Het grootbedrijf moet de facturen van het mkb-bedrijf sindsdien binnen 60 dagen voldoen. Deze wettelijke maximering beoogde het mkb-bedrijf te beschermen. Maar de praktijk wijst uit dat de gemiddelde betaaltermijn tussen ondernemers nog altijd hoger ligt dan het wettelijke uitgangspunt van 30 dagen (in de eerste helft van 2020 zo rond de 40 dagen). De coronacrisis was voor een aantal grote ondernemingen zelfs aanleiding om eenzijdig de afgesproken betaaltermijn te wijzigen.
Om mkb-bedrijven verdere bescherming te bieden, is in maart 2021 een wetsvoorstel ingediend. Dat wetsvoorstel regelt dat grote ondernemingen met mkb-ondernemingen (kleine zelfstandigen inbegrepen) geen langere betaaltermijn kunnen overeenkomen dan 30 dagen. Als het grootbedrijf pas na die 30 dagen betaalt, is zij de wettelijke handelsrente verschuldigd.
Het wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer. De Raad van State heeft inmiddels positief geadviseerd.